Terwijl we na ons grote Aconcagua avontuur samen met onze vrienden terugrijden naar Mendoza deel ik met jullie het volgende deel van ons Rolling
Mountains verhaal.
Na afloop van de Vibram Hong Kong 110K volgde een lange vliegreis naar Santiago de Chili. Het begin van het tweede continent: Zuid Amerika!
Dezelfde nacht reizen we met een nachtbus naar Mendoza, slapend op een slaapbank. We passeren de grens met Argentinië bij Paso Libertadores.
Julen is in Santiago de Chile achtergebleven en probeert daar het gebroken scherm van zijn laptop – de nachtmerrie van iedere editor – gerepareerd te
krijgen en de editie van de eerste episode af te ronden.
In Mendoza werden we hartelijk verwelkomd door Alejandro, die ons had gevolgd via ons Rolling Mountains verhaal. De reis had me erg vermoeid en bovendien had ik behoorlijk pijn in mijn ribben.
In mijn verhaal over de Hong Kong 110K heb ik niet vermeld dat ik halverwege de wedstrijd hard gevallen was en dat me dat zere ribben en enige ademhalingsproblemen opgeleverd had. Hoewel ik het niet direct wilde
toegeven, wist ik op dat moment eigenlijk wel dat voor mij het competitieve element van die wedstrijd daar ophield.
Zodoende voelde ik me bij aankomst in Mendoza terneergeslagen en ik maakte me zorgen omdat de pijn onderweg was toegenomen. Ik vreesde dat ik de klim van de Aconcagua niet zou kunnen maken en ook niet zou kunnen
trainen voor de volgende wedstrijd.
De eerste twee dagen heb ik voornamelijk in bed gelegen en veel geslapen.
Toen ik uiteindelijk weer opstond heeft Ana, de vrouw van Alexandro, me meegenomen naar het ziekenhuis waar ze röntgenfoto’s hebben gemaakt. Er bleek niets gebroken. Van dit nieuws knapte ik meteen op en na thuiskomst ben ik direct goed gaan trainen in de gym, een combinatie van cardio- en
krachttraining.
Agostina assisteerde me bij de krachttraining en – ze weet het zelf nog niet – dit maakte dat ik me weer ATLEET voelde! Dat gaf me een flinke boost en helemaal blij keerde ik weer terug ‘naar huis’, klaar om naar de bergen te
gaan.
Ondertussen waren Onna en Pere een paar keer naar het centrum van Mendoza gegaan voor boodschappen en om ons verblijf in de bergen te regelen. Pere had inmiddels ook al een paar keer getraind in de omgeving
van Mendoza met Alejandro en Ana.
De volgende dag zijn we vroeg opgestaan om met elkaar te gaan trainen in de bergen in de omgeving. Het was heerlijk om weer te rennen en weer in de natuur te zijn!
Diezelfde dag (zaterdag 25 januari) zijn we met Alejandro en Ana naar het Vallecitos ski resort (3000 m) gereden. Het was geweldig om de frisse, pure berglucht in te ademen! Ik moet hier even aan toevoegen dat er op dat
moment een hittegolf was en de overgang van 38º C in Mendoza naar 18ºC in Vallecitos was een enorme verademing, zowel vanwege de stress van de stad als ook vanwege de hoge temperatuur. Tijdens onze wandeling verraste Ana ons met een doos zelfgemaakte alfajores (traditionele koekjes) en zo nuttigden we onze eerste alfajor!
Vallecitos
Het moment van de aankomst in Vallecitos zal ik nooit vergeten. Onna rende de auto uit een pad op naar boven om een koe te gaan bekijken die hogerop s tond te grazen. Ze zong een zelf gemaakt Nederlands liedje en het viel me op met wat voor natuurlijkheid ze bewoog. Haar zo van blijdschap en energie vervuld te zien was overweldigend, momenten van compleet geluk! Ik voelde me gelukkiger en trotser dan ooit.
We verbleven twee nachten in de berghut Ski y Montaña, een fijne plek waar we werden verzorgd met vriendelijke en persoonlijke aandacht.
Zaterdagavond hebben Pere en ik met voorhoofdlampen op samen de Lomas Blancas (3654m) beklommen, terwijl Alejandro en Ana bij Onna bleven.
Op zondag zijn we met z’n allen naar de top van San Bernando gelopen. Onna heeft deels gelopen en deels in de drager op Pere’s rug gezeten. Pere klom met krachtige atletische stappen. Ik bewonderde hem voor de
natuurlijke kracht van zijn tred.
De San Bernando is een aanzienlijke berg met een groot stuk vol gravel en grote rotsblokken in het laatste gedeelte van de klim.
Het was voor Ana en Onna hun eerste klim boven de 4000 m met op de top uiteindelijk 4156m!
Aan het eind van het weekend gingen Alejandro en Ana terug naar huis. Na nog een nacht in de berghut gingen we de volgende dag op pad met tent en bepakking naar het El Salto kamp, gelegen op 4350m hoogte. Het eerste
deel verliep volgens plan en mijn rug leek de bepakking goed te kunnen dragen. We stopten voor een picknick en om Onna een poosje te laten klauteren op de grote rotsen. Kort nadat we weer verder waren gegaan,
kwam er plotseling slecht weer opzetten en onze tocht veranderde in een waar avontuur! Wind, hagel, bliksem en donder!! In eerste instantie probeerden we door te gaan, maar we waren te onbeschut voor de bliksem,
dus zodra we een plek zagen waar we onze tent konden neerzetten, zijn we gestopt en hebben de tent half opgezet, genoeg om te schuilen. Onna en ik haalden het gelukssteentje van bompa (opa) te voorschijn en hielden het in onze handen. Enkele uren later was de onweersbui voorbij en konden we onze tocht naar El Salto vervolgen.
De volgende dag hebben we om beurten getraind. Als eerste is Pere naar de top van Vallecitos (5370) geklommen, terwijl ik met Onna ontbeet en speelde.
En daarna was het mijn beurt. Deze top voelde heel speciaal, doordat ik deze helemaal alleen had beklommen en vanwege de prachtige vergezichten! Ik
kon zelfs ons volgende doel zien: de Aconcagua!!
s’ Anderendaags arriveerde Julen vanuit Mendoza nadat hij de eerste aflevering van ‘Rolling Mountains’ had afgerond. Hij bleef bij Onna terwijl wij vroeg vertrokken om te trainen en misschien wel een andere top te
beklimmen… Het weer was niet best met een grijze lucht en sneeuw, maar we voelden ons goed en na het passeren van de eerste pas op 5300 meter besloten we verder te rennen naar Cerro Plata, de hoogste top van de
Cordón del Plata met zijn top op 5942 meter. Het was koud en we hadden niet veel kleding aangetrokken en daardoor moesten we er flink de pas in houden om ons lichaam op temperatuur te houden. De laatste 300
hoogtemeters ‘zweefden’ onze benen, maar we hielden vol en bereikten de top in 2 uur en 40 minuten. De beloning was een reep chocola die we nauwelijks open konden krijgen met onze ijskoude handen. Hierna renden we
in 50 minuten terug naar Julen en Onna in El Salto.
’s Middags daalden we af naar de berghut, waar we Fer, Juli en hun vijf jaar oude dochtertje Francesca ontmoetten. Ze waren speciaal vanuit het zuiden van Argentinië komen rijden om tijd met ons door te brengen en ons te helpen ons doel te halen om de top van de Aconcagua te bereiken. We genoten van een goede maaltijd en brachten de nacht door in de berghut alvorens naar El Salgo terug te gaan. Deze keer bleef Onna bij Juli en Fran in
Veguetas, een vlakke groene streek op 3300 meter hoogte met een goede watervoorziening. Een kleine groene oase temidden van de roodkleurige bergen. Pere en ik waren voedsel gaan halen maar we konden de verleiding
niet weerstaan om een zijweg te nemen naar de Pico Franke (4816m) zodat we weer een top konden toevoegen aan onze verkenning van het gebied.
De volgende dag klommen Julen en Fer 500 meter om te acclimatiseren, terwijl Pere en ik rechtstreeks naar Amarillas op 5101 meter klauterden. Het was een heel bijzondere top want we moesten recht omhoog over losse
rotsblokken klauteren zonder enige aanduiding van een pad. Voor het eerst in mijn leven voelde ik de noodzaak om elke pas te zetten zonder ook maar het minste geluid te maken en zonder ook maar een rotsblok van zijn plaats te bewegen. Elk rotsblok leek zijn eigen plek te hebben en ik moet er niet aan denken wat er had kunnen gebeuren als er een onder onze voeten was gaan wankelen…
Van de pas naar de top gingen we over een technische maar mooie richel en bij het afdalen vonden we een grote gravelhelling om af te dalen. In 12 minuten waren we terug in La Huyada waar de anderen op ons wachtten.
Werkelijk spectaculair!
De volgende dag stonden we allemaal vroeg op omdat we weer naar de Cerro Plata wilden gaan. Deze keer gingen we in gewone looppas om aan de hoogte te wennen. Het weer was zacht en na een klim van 6 uur bereikten
Pere en ik de top.. Het was wederom een schitterende dag! Julen en Fer waren geweldig! Het geeft een kick als je samen met vrienden een top bereikt! In de middag gingen we terug en haalden de tenten op. Daarna
volgden we het dal terug naar beneden na Las Veguitas, waar Julieta met de meisjes wachtte. Ze hadden zich goed geamuseerd met spelen in de vrije natuur. We pakten de tent weer uit en brachten samen de nacht door. Toen
was het tijd de acclimatiseringperiode af te sluiten en terug te gaan naar Mendoza.
De klim naar Aconcagua De dagen voorafgaand aan de expeditie waren slopend. We moesten de toestemming regelen om het park in te mogen, voedsel inkopen en de benodigde
uitrusting huren, zoals geschikte laarzen. Het vorderde allemaal maar langzaam en in Mendoza was het nog steeds 40 graden waardoor het op een
uitputtingsslag begon te lijken.
Op dinsdag 4 februari reden we naar Penitentes met Fer en Julieta. Dat is niet zo ver, maar we vertrokken laat en kwamen ver na middernacht pas bij ons appartement. De volgende dag deden we kalmpjes aan. We brachten samen de tijd door en Pere en ik maakten een wandeling naar Puente de Indica om onze
benen te strekken.
En toen eindelijk was de eerste dag van de expeditie gekomen!
Juli, Fran en Onna kwamen ons uitzwaaien en afscheid nemen. Dat was een moeilijk moment. Het is nooit gemakkelijk je kind achter te laten, al is het maar voor drie nachten, zelfs als je weet dat ze in de beste handen is.
Onze opzet was om te top op de derde dag te bereiken en dan op de vierde dag terug te keren. Dat was een ambitieus plan, maar zo zouden we zo kort mogelijk van Onna gescheiden zijn. De eerste dag deden we de eerste 25 km en 1600 hoogtemeters die de ingang van het park scheiden van het kamp in Plaza de Mulas. Dan kom je door de Playa Ancha, een groot woestijnachtig gebied van een kilometer of acht met heel fijn los zand dat bezaaid is met kleine steentjes. Het zicht op de bergen is van hieruit ongelooflijk mooi met allerlei schakeringen van rode kleuren. Aan het eind leidt een lange steile klim, Cuesta Brava geheten, naar het basiskamp. We werden bij aankomst door de staf van de firma Grajales ontvangen met een goed maal dat ons de energie gaf om later op de dag de omgeving te verkennen.
Die nacht voelde ik me niet lekker en toen ik opstond voelde ik me echt beroerd.
Ik moet een virus hebben opgepikt, want mijn maag was volledig van streek en ik voelde me zwak. Ik was rillerig en mijn benen voelden aan alsof er totaal geen kracht in zat. Ik moest ertegen vechten me er niet helemaal aan over te geven en toe te geven dat ik me niet in staat achtte naar Nido de Condores op 5600 meter te klimmen, wat ons doel was vandaag. Alvorens te vertrekken deden we een medische controle. Ik dacht: ‘als ze niets vinden, probeer ik gewoon deze etappe te lopen’. De controle wees uit dat ik in feite de beste conditie had van ons allemaal, dus niet lang daarna gingen we op pad naar Nido.
We vorderden langzaam maar gestaag en na de eerste klim van 300 meter leek mijn lichaam te wennen aan ons ritme. Pere hielp me van tijd tot tijd door mijn rugzak te dragen, voor op zijn borst! Na aankomst ben ik voor de rest van de dag blijven liggen in de tent die Grajales voor ons had geregeld. Ik hoopte op een wonderbaarlijke genezing voor de volgende dag. Pere en Julen gingen op zoek naar water. We aten aardappelpuree met tonijn en dronken Tang of thee. De volgende morgen voelde ik me werkelijk een stuk beter. We begonnen aan onze missie zodra het licht genoeg was om zonder lantaarns te lopen. Ik had laarzen gehuurd voor dit laatste stuk (van die ouderwetse stijve dingen!), zeer onconfortabel, maar in ieder geval had ik geen koude voeten. Pere ging voorop en ik voelde me geweldig. Tegen dat we tot 6200 meter waren geklommen
merkten we dat Julen en Fer het moeilijk hadden. Julen had ijskoude handen en Fer voelde zich slaperig en zijn aandacht dwaalde af… We hielden halt en Julen
gaf te kennen dat hij terug wilde met Fer samen naar Nido. Julen legde Pere uit hoe hij zijn camera moest gebruiken en daar scheidden onze wegen. Ik was er inmiddels ook niet zo zeker van of ik het wel zou halen, maar Julen’s
woorden ‘Je ziet er goed uit Ragna. Je kunt het wel aan!’ moedigden me aan verder te gaan. Ik moest veel aan Onna denken en en beloofde mezelf dat ik meteen terug zou gaan als ik merkte dat ik last van de hoogte kreeg. Maar als ik me goed bleef voelen zou ik deze droom waar gaan maken.
En…. we bereikten de top!! Ik was dolgelukkig! Het was zo’n emotioneel moment! En de lucht was ook volkomen helder zodat we een prachtig uitzicht hadden. We maakten foto’s met het kleine kruis en met de vlag van de NKVB, onze hoofdsponsor voor dit continent. We zochten een paar kleine stenen om mee te nemen als aandenken en gingen op de terugweg voordat we het te koud zouden krijgen.
Tijdens de afdaling realiseerde ik me dat ik all mijn krachten had gegeven tijdens de klim en plotseling had ik niet meer het vermogen om af te dalen. Zelfs wandelen ging moeizaam en het werd alleen maar erger; ik moest oppassen niet te struikelen of zelfs te vallen! Vraag me niet hoe, maar ik heb het klaargespeeld om Nido te bereiken. Pere is al die tijd bij me gebleven om in de gaten te houden of het wel goed met me ging.
In Nido rustten we uit en vulden onze energie aan met aardappelpuree. Bij aankomst in Plaza de Mulas werden we met een rijkelijk feestmaal onthaald door de staf van Grajales. Zo overvloedig dat zelfs Pere niet alles op kreeg!
De vierde en laatste dag renden en liepen we afwisselend terug naar Los Horcones, de ingang van het park. Ik had aanhoudend last van mijn darmen, maar het deerde me niet. Ik voelde me helemaal tevreden en kon niet wachten om Onna te omhelzen.
Juli, Fran en Onna kwamen ons ophalen en eindelijk kon ik mijn lieve kleine meid weer in mijn armen sluiten.